Muziek in het Onderwijs: Hoe ga ik om met Muziekrechten?

Deel 1: De Onderwijsexceptie in de Praktijk - Auteursrechten en Naburige Rechten

Geregeld krijgen wij vragen van docenten en onderwijsinstellingen over het gebruik van muziek, film radio/tv, games en tekst (zoals artikelen, e-books en proza) in het onderwijs. De vraag is vaak of er toestemming nodig is in de vorm van een licentie voor muziekgebruik in een onderwijsprogramma of binnenschoolse softwareomgeving (intranet). Ook krijgen wij met enige regelmaat de vraag of er een Buma/Stemra en Sena licentie vereist is voor schoolfeesten en toneelopvoeringen.

Publicatie en reproductie van auteursrechtelijk beschermd materiaal

Muziek in het onderwijs: Hoe ga ik om met muziekrechten?

Muziek in het onderwijs: Hoe ga ik om met muziekrechten?

Hoe zit het nu eigenlijk met toestemmingen voor de publicatie en reproductie van auteursrechtelijk beschermd materiaal met een educatief karakter? Bestaan er uitzonderingen op het auteursrecht binnen de muren van het schoolgebouw en bestaan er onderwijsregelingen om muziek of tekst te kunnen gebruiken in lesmiddelen als digitale lesmodules, readers, blokboeken of syllabi? En hoe zit het eigenlijk met de Afkoopregeling en Stichting PRO?

In deze blog besteden we - in twee delen - uitgebreid aandacht aan de zogenoemde onderwijsexceptie uit de Auteurswet, de wettelijke verankering ervan en de verschillende uitvoeringsregelingen. In Deel 1 bespreken we de onderwijsexceptie in de praktijk. In Deel 2 bespreken we de wettelijke basis voor toelaatbare beperkingen op auteursrechten en naburige rechten.

Wat is de onderwijsexceptie?

De onderwijsexceptie is een beperking van het auteursrecht. Hoofdregel is dat u toestemming nodig heeft van de rechthebbende wanneer u een auteursrechtelijk beschermd werk wilt openbaar maken of verveelvoudigen. Bovendien heeft de maker of diens uitgever verbodsrechten. In het onderwijs kunnen er onder bepaalde omstandigheden beperkingen gelden ten aanzien van de uitoefening van auteursrechten.

Vereisten onderwijsexceptie: melding, kort of niet-gedeelte en billijke vergoeding

De algemene vereisten voor de onderwijsuitzondering zijn tweeledig. Enerzijds dient het gebruik van een kort gedeelte te worden gemeld aan de auteursrechthebbenden. Dat kan de auteur zelf zijn of diens uitgever. Anderzijds dient er een billijke vergoeding te worden betaald voor het gebruik. Bij een lange of integrale overname ligt het weer anders, waarover later meer.

Overname kort tekstgedeelte zonder toestemming of expliciete melding, wel bewijsexemplaar

Ook bij de onderwijsexceptie is een billijke vergoeding vereist voor tekstovername - bijvoorbeeld via een readerregeling

Ook bij de onderwijsexceptie is een billijke vergoeding vereist voor tekstovername - bijvoorbeeld via een readerregeling

Wilt u een kort gedeelte overnemen van een literair werk dan mag dat onder bepaalde omstandigheden zonder toestemming en zonder meldplicht. Wel stuurt u een bewijsexemplaar op naar Stichting PRO. Een kort gedeelte is afhankelijk van het soort geciteerde werk: maximaal 2500 woorden (ongeveer de lengte van deze blog; 6 tot 7 kantjes, best wel lang eigenlijk) bij literaire werken, 10.000 woorden bij niet-literaire werken en 8000 woorden in geval van tijdschriftartikelen. Integraal.overnemen mag niet. De billijke vergoeding voor het gebruik van korte gedeelten wordt middels de Afkoopregeling jaarlijks aan Stichting PRO betaald.

Gebruik van een niet-kort gedeelte moet zoals gezegd wel worden gemeld. Dit kan bij Stichting PRO (Publicatie- en Reproductierechten Organisatie). Stichting PRO heeft in haar Standaardvoorwaarden omschreven wat een kort gedeelte is en wat als een lang (niet-kort) gedeelte moet worden gekwalificeerd. Hierbij mogen de grenzen van hetgeen naar maatstaven van het maatschappelijk verkeer betamelijk is niet worden overschreden.

Kort of lang gedeelte?

Afhankelijk van het gebruik van een kort of lang tekstgedeelte valt dit ofwel onder de Afkoopregeling of een Readerovereenkomst voor niet-korte gedeelten dan wel een maatwerkregeling. De Afkoopregeling is derhalve een vorm van een Readerregeling. De genoemde regelingen gelden uitsluitend voor tekstfragmenten en voor bladmuziek, niet voor audio (de muziek zelf), film of games.

Duidelijke relatie met onderwijs, geen winstoogmerk onderwijsinstelling

Er moet altijd een duidelijke relatie te zijn met het onderwijsprogramma. Dit noemen we een educatief doel. Daarnaast mag de instelling geen winstoogmerk hebben. Het gaat hier dus echt om onderwijs dat van overheidswege of door een rechtspersoon wordt gegeven, zonder winstoogmerk.

Een particuliere muziekschool met winstoogmerk zal dus niet zomaar muziek of fragmenten van hitparade repertoire mogen verveelvoudigen en openbaren zonder voorafgaande toestemming van de auteurs. De muziekschool heeft winstoogmerk en kan daarom geen beroep doen op de onderwijsexceptie.

Educatief doel muziek

Wat valt nu precies binnen het educatieve doel en wat daarbuiten? Leermiddelen zoals lesmateriaal hebben een duidelijke relatie met het onderwijs. Een live uitvoering of performance als onderdeel van het leerplan valt wel onder de onderwijsexceptie. Er behoeft dan zelfs geen vergoeding te worden voldaan. Denk hierbij aan een ensemble, band of een zangeres die op een conservatorium een voordracht doet of een recital geeft. 

Educatief doel muziek: een duidelijke relatie met het onderwijs is vereist

Educatief doel muziek: een duidelijke relatie met het onderwijs is vereist

Een concert of toneelstuk bij de examenuitreiking of jaarafsluiting op een scholengemeenschap valt er echter niet onder. Een educatief doel ontbreekt namelijk: het gaat hier om entertainment of muzikale omlijsting. Ook voor het draaien van muziek door een DJ tijdens een schoolfeest of over de radio in de pauze is een licentie van Buma/Stemra verplicht. Dan geldt artikel 12 lid 5 van de Auteurswet. Dit zijn immers extra-curriculaire activiteiten. Voor het vertonen van film in situaties die geen direct educatief doel dienen moet u zich tot Stichting Videma te wenden.

Hoe hoog of laag is de billijke vergoeding in een onderwijssetting zonder winstoogmerk?

Een billijke vergoeding voor het gebruik in een onderwijssetting is per definitie lager dan de ‘reguliere’ commerciële vergoeding voor gebruik of aanschaf van een werk. Stichting PRO hanteert in het kader van de onderwijsexceptie bepaalde standaardformules voor de berekening van de billijke vergoeding. Door betaling van deze vergoeding verkrijgt de onderwijsinstelling een wettelijke licentie voor rechtmatig gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal.

Digitaal gebruik: techniekneutraal en mediumneutraal

De onderwijsexceptie is techniekneutraal: het tekstmateriaal kan dus in principe zowel digitaal als analoog worden gebruikt. Denk hierbij aan ‘old school’ papieren readers, schooltelevisie maar dus ook aan state of the art digitale studielandschappen waarbij lesmodules via tablet worden aangeboden. Als een school een zogeheten mediumneutrale regeling overeen wenst te komen inzake het digitale gebruik en digitale publicatie via intranet of Blackboard (dus in een besloten netwerk) wordt er doorgaans een interactiviteitstoeslag in rekening gebracht op de licentievergoeding van Stichting PRO.

Stichting PRO, meldplicht

Als aan alle voorwaarden is voldaan, behoeft er door de onderwijsinstelling op grond van de onderwijsexceptie voor publicatie van een kort gedeelte in een reader of op intranet geen voorafgaande toestemming te worden gevraagd aan de auteursrechthebbende. Denk er nogmaals goed aan: er is wel een meldplicht. Gebruik melden van tekstmateriaal kan centraal bij Stichting PRO. Aan deze instantie wordt ook de billijke vergoeding voor het gebruik betaald.

Stichting PRO heeft omschreven wat een kort tekstgedeelte is en wat een lang gedeelte is: meer dan 2500 woorden is niet-kort.

Stichting PRO heeft omschreven wat een kort tekstgedeelte is en wat een lang gedeelte is: meer dan 2500 woorden is niet-kort.

Stichting PRO is lid van VOICE (en committeert zich daardoor aan de gedragsregels voor Collectieve Beheersorganisaties) en heeft in haar Standaardvoorwaarden afspraken met de diverse belanghebbenden gemaakt over de voorwaarden van overname, reproductie, publicatie en gebruik. Er is ook een Uitvoeringsprotocol in het leven geroepen om zaken gestroomlijnd te laten verlopen.

Onderwijsinstellingen hebben met uitgevers afspraken gemaakt over de mate van gebruik, de kosten en de meldplicht. Een en ander is ook vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit van Stichting PRO en wordt nog eens bekrachtigd door overeenkomsten tussen Stichting PRO en de onderwijsinstellingen. De bekendste voorbeelden daarvan zijn de Readerovereenkomsten waaronder de Afkoopregeling (kort gedeelte).

Muziekgebruik, film en audiovisueel valt niet onder Stichting PRO

Ondanks het gegeven dat de onderwijsexceptie van artikel 16 Auteurswet neutraal is ten aanzien van het soort werk dat wordt gebruikt voor het onderwijs, kan men inzake muziekgebruik, film en games geen regeling treffen met Stichting PRO. De maker van de lesmodule (educatief auteur) dan wel de onderwijsinstelling dient zich in geval van muziekgebruik (inclusief de muziektekst) tot Buma/Stemra te wenden alsook tot Sena. Dat geldt zelfs als de lesmodule uit software bestaat. Voor ongebonden auteurs (niet bij deze CBO’s aangesloten belanghebbenden) wendt men zich tot de rechthebbenden zelf.

Bij het overnemen van gedeelten uit filmproducties en televisieseries moet u zich tot de rechthebbenden zelf wenden dan wel tot Stichting VIDEMA.

Clearance van auteursrechten en masterrechten

Clearance van auteursrechten en masterrechten

Clearance van auteursrechten en masterrechten

Gebruiken studenten of leerlingen muziek bij het vervaardigen van games, muziekapps of videoclips, dan moeten zij daar vooraf toestemming voor verkrijgen in de vorm van een schriftelijke sync licentie. Dat geeft hen toestemming muziek met beeld te synchroniseren. Een synchronisatielicentie of een master use licentie verkrijgt men bij de rechthebbenden zelf. Doorgaans -zeker bij hitparade materiaal- dienen zowel de naburige rechten op de master (masterrechten) als de auteursrechten op de onderliggende compositie en de tekst te worden gecleard. Hetzelfde geldt voor remixen en samplen. Dit proces noemt men clearance van auteursrechten. Vervolgens zijn – afhankelijk van de omstandigheden waaronder de audiovisuele productie tot stand is gekomen - ofwel de studenten zelf, of de docent/onderwijsinstituut houder van de eigendomsrechten op de videoclip of de game.

De praktijk: wat is geoorloofd en wat niet bij muziekgebruik in het onderwijs?

Een muziekcd mag klassikaal worden afgespeeld en worden besproken, bijvoorbeeld tijdens de muziekles. Of tijdens een hoorcollege. Hier geldt in de regel artikel 16 van de Auteurswet: er is geen vergoeding verschuldigd. Dus in principe zou er ook in die gevallen een billijke vergoeding moeten worden voldaan. Hier geldt in de praktijk (ongeveer) hetzelfde als vertonen binnen de huiselijke kring: er is geen licentie van Buma/Stemra vereist. De Buma/Stemra praktijk wijkt hier af van bijvoorbeeld de readerregeling van Stichting PRO.

Klassikaal: Youtube op het Digibord, geen onderdeel leerplan

ICT (informatie- en communicatietechnologie) is niet meer weg te denken uit de klas. Zo ook het digitale schoolbord. Op een interactief Digibord wordt veel gebruik gemaakt van Youtube. Bijvoorbeeld tijdens een muziekles maar ook gedurende vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, scheikunde, techniek en natuurkunde. Denk aan het volgen van een tutorial of het bekijken van les ondersteunend materiaal. Vaak zal hierbij muziek ten gehore worden gebracht. Doorgaans maakt een dergelijk YouTube moment geen deel uit van de lesmodule.

In de klas: Youtube op het Digibord. Youtube wordt vaak spontaan gebruikt om hetgeen tijdens de les aan bod komt toe te lichten. Een Digibord is in principe een lesmiddel. Een toelichting ad hoc maakt evenwel geen deel uit van een vooropgesteld leer…

In de klas: Youtube op het Digibord. Youtube wordt vaak spontaan gebruikt om hetgeen tijdens de les aan bod komt toe te lichten. Een Digibord is in principe een lesmiddel. Een toelichting ad hoc maakt evenwel geen deel uit van een vooropgesteld leerplan.

Muziek of film moet deel uitmaken van de lesmodule of een lesmiddel

De vraag is dan of deze muziek deel uitmaakt van het leerplan of de lesmodule. Waarschijnlijk niet; dikwijls gaat het om spontane acties waarbij leerlingen de docent vragen om het filmpje even via het Digibord te streamen ter toelichting bij het onderwerp van de les. Toch dient deze werkwijze een educatief doel en geen recreatief of amusementsdoel. Dus geldt hier dan toch art. 12 lid 5 van de Auteurswet? Of art. 12 lid 4 analoog (huiseljke kring)?

Volgens de website onderwijs en auteursrecht mag de muziek in dat geval gratis worden gebruikt en is er geen toestemming nodig. Bovendien heeft elke onderwijsinstelling - als het goed is - een regeling met Buma/Stemra voor het vertonen van muziek buiten het les programma. Je zou kunnen redeneren dat die regeling dan ook het gebruik in het 'grijze gebied' covert. Het afspelen van muziek op Youtube via het Digibord tijdens de les die geen integraal onderdeel uitmaakt van de lesmodule wordt daar dan geacht onder te vallen. Bovendien is het Digibord een lesmiddel.

Wellicht wordt artikel 12 lid 5 Auteurswet door Buma/Stemra ruim uitgelegd, mede vanwege technologische ontwikkelingen binnen het onderwijs. Of artikel 16 Aw wordt in bepaalde situaties niet gehandhaafd. Of ze hebben uit pragmatische overwegingen besloten dat dit een regeling is die in de praktijk het beste werkt.

Verwerken van muziek in een onderwijsmodule: billijke vergoeding?

Voor het verwerken van muziek in een onderwijsmodule is er ons inziens echter wel een billijke vergoeding noodzakelijk. In ieder geval via Stemra. Hier geldt artikel 16 Auteurswet: het gaat immers om het verveelvoudigen, reproduceren en vertonen van het materiaal. Buma/Stemra heeft voor een aantal soorten onderwijs afzonderlijke collectieve regelingen opgesteld. Die gelden evenwel voor recreatieve doeleinden en niet voor puur educatieve doeleinden. De grens tussen educatief en extra-curriculair is niet altijd even helder te trekken.

Buma/Stemra en Sena onderscheiden bij de onderwijsregelingen de volgende onderwijsvormen:

  • Primair onderwijs (peuterspeelzaal, kleuterschool en basisschool)
  • Voortgezet onderwijs (Havo, VWO, VMBO)
  • MBO en volwassenenonderwijs
  • Hoger Onderwijs (HBO, Universiteit)
  • Particulier onderwijs (per niveau)

Er wordt voor de auteursrechten en de naburige rechten op de muziek doorgaans een combinatielicentie toegekend door het Service centrum Auteurs- en Naburige rechten. Scholen ontvangen in dat geval 1 gezamenlijke factuur.

Voorwaarden per onderwijsvorm: verschil Buma (vertonen) en Stemra (opnemen)

De Onderwijsexceptie in de praktijk - Hoe zit het met auteursrechten en naburige rechten op muziek? Buma/Stemra heeft regelingen inzake muziekgebruik per onderwijsvorm. Daarnaast geldt natuurlijk gewoon de wet.

De Onderwijsexceptie in de praktijk - Hoe zit het met auteursrechten en naburige rechten op muziek? Buma/Stemra heeft regelingen inzake muziekgebruik per onderwijsvorm. Daarnaast geldt natuurlijk gewoon de wet.

Per onderwijsvorm gelden er bepaalde voorwaarden. Door de bank genomen komt het er op neer dat er verschillend wordt omgegaan met het vertonen/openbaar maken van muziek (Buma) en het verveelvoudigen en opnemen van muziek (Stemra). Daarnaast valt particulier onderwijs buiten de onderwijsexceptie.  Er zijn echter wel collectieve afspraken gemaakt analoog aan de regelingen die zijn getroffen met instellingen zonder winstoogmerk.

Inzoomen op de Buma/Stemra en Sena afspraken omtrent muziekgebruik in het onderwijs

Zo als altijd is er sprake van een myriade aan al dan niet collectieve regelingen. Hieronder de belangrijkste punten inzake muziekgebruik in het basisonderwijs, het MBO en volwassenenonderwijs, het voortgezet onderwijs, het Hoger Onderwijs en het particuliere onderwijs.

-Muziek openbaarmaken met een educatief doel behoeft niet te worden gemeld; er is geen voorafgaande toestemming nodig en men hoeft geen vergoeding te betalen aan Buma.

-Muziek opnemen, vastleggen en verveelvoudigen behoeft in bepaalde gevallen een licentie van Stemra. Een licentie wordt per project verstrekt: er geldt hiervoor geen doorlopende regeling.

-Muziek openbaarmaken buiten het onderwijs om behoeft wel een betaalde licentie van Buma/Stemra. Per onderwijsvorm gelden tarieven voor 3 categorieen te weten: pauzes/overblijven, klasseavonden en feesten. Hieronder vallen ook diploma-uitreikingen, muziek in de wachtstand van de telefoon en muziek in de docentenkamer.

Het gaat hier in Buma/Stemra termen om achtergrondmuziek of amusementsmuziek. Tarieven gelden per aantal van 300 leerlingen of per aantal activiteiten en er bestaat ook een kortingsregeling van 33% wanneer een school de licentie uit eigen beweging aanvraagt. Tarieven wijken per onderwijsvorm van elkaar af: voor het voortgezet onderwijs gelden derhalve andere licentievergoedingen dan in het basisonderwijs.

In het voortgezet onderwijs en het MBO is het tarief afhankelijk van het aantal leerlingen. In het basisonderwijs worden de vergoedingen berekend op basis van het aantal extra curriculaire muziekactiviteiten.

-Bij een groot evenement, festival of schoolfeest waarbij de uitkoopsommen/gages hoger zijn dan 1000 euro, gelden deze collectieve regelingen met gereduceerd tarief niet. Bovendien is hier in de regel sprake van een nieuw publiek. In dat geval dient per project of evenement een individuele regeling met Buma/Stemra en Sena te worden getroffen. Voorafgaande toestemming dan altijd vereist.

-Voor musicals geldt een uitzondering: Buma/Stemra en Sena behartigen geen belangen inzake het grootrecht. Het betreft dan muziekwerken die worden opgevoerd bij musicals, ballet en opera. Voor kleinrecht kan wel een regeling worden getroffen met deze collectieve beheersinstanties. Voor het opvoeren van een muziekdramatisch werk dat onder het grootrecht valt, kunnen de onderwijsinstanties een regeling treffen direct met de rechthebbenden (auteurs of uitgeverij). Musicalmuziek die specifiek is geschreven voor de musical valt onder grootrecht. Hiervoor dienen derhalve individuele regelingen te worden getroffen en geen collectieve. Een hit van Madonna die wordt gebruikt in een musical valt wel onder de collectieve regeling: kleinrecht kan immers nooit grootrecht worden.

-Voor Hogeschool (HBO en Conservatorium) en Universiteit bestaan er geen speciale regelingen zoals bij het basisonderwijs, het MBO en het voortgezet onderwijs. Collectieve regelingen bestaan er wel voor tekstfragmenten via de Vereniging Hogescholen, de VNSU, de Nederlandse Uitgeversbond en Stichting PRO. Voor muziek zijn er (nog) geen collectieve regelingen getroffen.

- Voor MBO zijn er wel collectieve afspraken: de MBO-regeling muziek. Daarvan kunnen ook het volwassenenonderwijs en het particuliere onderwijs op MBO niveau gebruik maken. De MBO-Raad heeft met Buma/Stemra en Sena afspraken gemaakt over een billijke vergoeding per gewogen aantal deelnemers per instelling. Voor het jaar 2015 bedraagt die vergoeding 1,01 Euro ex btw per gewogen leerling per jaar.

- Er mogen kopieën gemaakt worden van cd’s voor eigen gebruik. Let echter op: dit geldt niet voor games en software! Bij het importeren van lege cd’s uit het buitenland met het doel daar privé- kopieën van te maken moet opgave gedaan te worden bij Stichting de Thuiskopie.

- Heeft een particuliere onderwijsinstelling wel winstoogmerk dan dient bij openbaarmaken en vertonen van film, televisie, video en muziek (radio of online) altijd voorafgaande toestemming te worden aangevraagd bij de betreffende instanties respectievelijk Videma, Filmservice, Buma/Stemra en Sena.

- Voor het vertonen van video zonder educatief doel moeten onderwijsinstellingen zich tot Videma  wenden. De regeling videofilms bevat vergoeding per aantal filmvertoningen voor recreatie en amusementsdoeleinden.

- Voor tekstfragmenten en kopie van papier naar papier dienen onderwijsinstellingen zich bij Stichting PRO en Stichting Reprorecht te melden voor een afkoopregeling en/of een readerregeling.

Billijke vergoeding soms bij mechanische vastlegging en soms ook niet.

Altijd voor de zekerheid contact opnemen met Buma/Stemra bij vastleggen van muziek. Ook bij een educatief project of een afstudeeropdracht.

Altijd voor de zekerheid contact opnemen met Buma/Stemra bij vastleggen van muziek. Ook bij een educatief project of een afstudeeropdracht.

Gek genoeg wordt er pas bij het verwerken (mechanische vastlegging of reproductie, Stemra) van muziek een billijke vergoeding gevraagd aan de onderwijsinstellingen. Dus niet specifiek bij het vertonen sec -bijvoorbeeld tijdens een hoorcollege- terwijl artikel 16 toch duidelijk spreekt over een billijke vergoeding, ook voor het openbaar maken van muziek (Buma).

Uitzondering op uitzondering op uitzondering

En ook dit gaat niet altijd op: voor bepaalde educatieve projecten, waaronder audiovisuele producties, kent Buma/Stemra een aparte regeling en hoeft er (toch) geen billijke vergoeding te worden afgedragen. Denk daarbij een afstudeerproject of studieproject zonder winstoogmerk op een Hogeschool. Het beleid van deze CBO is dus niet altijd in lijn met de wet en zo op het oog zelfs in de meeste gevallen niet. Men vergelijke artikel 16 onder 5 Auteurswet. De wet zegt: altijd een vergoeding, Buma/Stemra zegt: in bepaalde gevallen een vergoeding.

Altijd voor de zekerheid contact opnemen met Buma/Stemra bij vastleggen van muziek

Educatieve instellingen doen er dus goed aan in geval van projecten of lesmodules waarbij het vastleggen van muziek plaatsvindt, contact op te nemen met Buma/Stemra en hen om toestemming te vragen. Vraag ook altijd of er een betalingsverplichting / prijskaartje aan de licentie hangt. De praktijk blijkt weerbarstig en er is sprake van een stortvloed aan collectieve regelingen en maatwerk licenties die niet altijd in lijn zijn met het systeem van de wet.

Educatief auteur en schoolsoftware: toestemming Stemra

Ook de educatief auteur, dus de ontwerper van een lesmodule die in een software omgeving wordt gedoceerd, heeft voorafgaande toestemming nodig van Stemra of de rechthebbende zelf om de muziek te mogen verwerken in door hem vervaardigde schoolsoftware. Ongeacht of de maker van de lesmodule winstoogmerk. Werkt de educatief auteur met opdrachtmuziek dan is het ook mogelijk de rechten af te kopen van de componisten en de producer.

Maakt de software designer echter gebruik van hitparade materiaal zoals een liedje van Michael Jackson, dan dient er een licentie te worden afgesloten. Dit verwerken van muziek in de schoolsoftware valt dus niet onder de onderwijsexceptie, ook al is er sprake van een educatief doel en blijft de muziek binnen de digitale schoolmuren (intranet) die alleen toegankelijk is via login.

Bladmuziek

Voor het gebruik van bladmuziek kan de educatief auteur of diens uitgever zich wenden tot de in 2016 opgerichte Stichting FEMU.

In Deel 2 behandelen we de wettelijke basis van de onderwijsexceptie